Iedere koopman wil weten wie zijn klant is. Lang voor het digitale tijdperk waren bedrijven al bezig met informatie verzamelen over hun klanten. Dat deden ze met openbare informatie over bevolkingssamenstelling en huishoudens. Of met vragenlijsten en testproducten op straat of in winkels. Ook bestaan er al jaren consultancybureaus die zich hebben gespecialiseerd in kennis over consumentenvoorkeuren. In de jaren ’90 kwamen daar de klantenkaarten en digitale spaarkaarten bij als manieren om allerlei informatie over consumenten in te winnen. Kort daarna heeft haast ieder huishouden internet gekregen, waarmee de mogelijkheden om data te verzamelen rap zijn toegenomen. Vervolgens kwam de smartphone. En op datzelfde moment gingen we massaal op sociale media. Sinds die tijd wordt op ieder moment van de dag en op iedere plek een registratie gemaakt ten behoeve van uiterst geavanceerde consumenten-databases. Die ontwikkeling is nog niet ten einde. Met het 5G-netwerk en het Internet of Things kunnen al onze producten worden ingezet om exact te registeren wat we doen en wat we leuk vinden.
Koopwaar
De surveillance economie begint zich te vervolmaken. Daar is geen twijfel over. En toch gaat het bij de meesten van ons volledig langs ons heen. De uitwassen rondom Facebook en Cambridge Analytica hebben ons wel een beetje wakker geschud. Dat onze data koopwaar zijn. En dat Facebook veel meer informatie over ons heeft verzameld dan we ooit gedacht hadden, of toestemming voor hadden gegeven. Maar wisten we al dat IT concerns als Oracle zich hebben ontpopt als mondiale makelaars van consumentenprofielen? Ze bezitten databases met informatie over onder meer creditcarduitgaven, klantenkaarten, websitebezoek, locatiedata en activiteitenpatronen van smartphones. Ze combineren informatie uit de offline-wereld met de online-wereld. Net als dat Facebook en Google over platforms heen consumentenprofielen opbouwen tot een groot geanonimiseerd ID. Maar wel te herleiden tot een uniek individu. Gepseudonimiseerd dus eigenlijk.
Gespreksstof
Iedere millimeter van ons is bekend. Winkelstaten, luchthavens, stadions en andere openbare plekken zijn steeds vaker uitgerust met sensoren. De apps op onze smartphones registreren zo iedere stap die we nemen en waar we stil staan. Een recente ontwikkeling is ook dat apparaten zoals Alexa van Amazon data van ons registreren. Alexa heeft een microfoon die gesprekken opneemt als je haar aanspreekt. Heel nauwkeurig blijkt dat niet te gaan. De microfoon blijkt ook op andere momenten aan te staan. Alle data is van waarde, dus zeker ook huiselijke gesprekken. Roomba de robotstofzuiger kan 3D-kaarten maken van jouw huiskamer. iRobot, het bedrijf achter Roobma heeft plechtig beloofd de data niet te verkopen. Technologiebedrijven en beloften over privacy….
Jouw in kaart gebrachte ziel
Gedetailleerde kennis over wie wij zijn gaat als handelswaar de wereld over. Met als grootste en vaak enige doel commercie. Die data moet tot een aankoop leiden. Dat is de propositie van de data-makelaar naar zijn klanten. Daarom is de inrichting van een webwinkel voor jou op maat gemaakt, zelfs tot de prijzen aan toe. Reclames op jouw browser en apps zijn natuurlijk ook toegesneden op jouw nauwkeurig in kaart gebrachte ziel.
Onzichtbaar is onmogelijk
De werking van reclame met alle psychologische trucjes, dat is niet nieuw en onbekend. We worden al jaren verleid spullen te kopen die we denken heel hard nodig te hebben. In de jaren voor het digitale tijdperk ging dat tamelijk ongericht. Inmiddels zijn we op alle fronten een open boek voor de wereldwijde consumentenindustrie. Het lijkt niet meer terug te draaien. En zelfs als je Facebook, Google en al die andere platforms en apps mijdt, dan is het nog haast onmogelijk om onzichtbaar te zijn. De surveillance economie is een feit.
Ik heb niks te verbergen?
Precies daarom zouden wij als samenleving veel intensiever het gesprek mogen voeren over wat het inhoudt om on een surveillance economie te leven. Wat betekent het voor onze vrijheid? Wat doet het met onze gelijkheid? Wat willen we van bedrijven weten over hoe ze met onze data omgaan? Wat zouden ze moeten rapporteren en openbaar maken om aan te tonen dat ze respectvol met onze data om gaan en mensen rechtvaardig behandelen? Overheden die samenwerken met bedrijven die data verzamelen over burgers, bijvoorbeeld bij smart city concepten, hebben zich eveneens dergelijk vragen te stellen. Regelgeving als de AVG is een stap de goede kant op richting het zorgvuldig omgaan met data. Maar zo lang we praten in termen van “ik heb niks te verbergen” lijken we niet goed te snappen wat de surveillance economie inhoudt. Het gaat niet over geheimen, maar over het sturen van individuen en groepen. Hoe zien wij dat als samenleving?
Voor deze blog heb ik dankbaar gebruik gemaakt van dit rapport als achtergrondkennis.